Verschillen ADD & ADHD

Het onderwerp ADHD komt regelmatig naar voren in actualiteitenprogramma’s zoals bijvoorbeeld Nova en Netwerk. Daar bespreekt men meestal de extreme gevallen van hyperactiviteit en gaat het ook vaak over jonge kinderen. Het maatschappelijk beeld wat hierdoor gevormd wordt kan erg misleidend en vertekend zijn. In de DSM IV (afkorting van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, vierde druk) wordt gesproken van drie typen ADHD.

1. ADD, het type met alleen concentratieproblemen

Een aantal kenmerken van dit type zijn:

  • snel afgeleid zijn door irrelevante dingen en geluiden;
  • moeite hebben met plannen en organiseren;
  • problemen hebben met taken afmaken en deadlines halen;
  • falen in het concentreren op details en hierdoor slordige fouten maken;
  • zelden instructies nauwkeurig en compleet opvolgen;
  • Verliezen of vergeten van dingen als sleutels, portemonnee, reisdocumenten en spullen die nodig zijn om een taak uit te voeren.

Ongeveer 40 procent van alle mensen met ADHD hebben dit type. Het zijn nog steeds overwegend vrouwen die deze diagnosetype krijgen. Dat er minder mannen zijn heeft vermoedelijk te maken omdat deze symptomen vaak worden gezien als typisch mannenkwaaltjes. Vaak wordt ADD als diagnose gemist of laat herkend omdat de symptomen vaak niet goed zichtbaar zijn. Mensen met ADD hebben het vaak niet makkelijk gehad en een leven vol met problemen achter zich.. Ondanks de wilskracht, motivatie en mentaliteit lukt het iemand met ADD nauwelijks om aan de verwachtingen van anderen te kunnen voldoen. Men wordt dan al heel snel als dom, lui en ongeïnteresseerd bestempeld terwijl het tegendeel waar is.

2. HD, het type met alleen hyperactiviteit en impulsiviteit

Een aantal kenmerken van dit type zijn:

  • rusteloosheid, constant bewegen met handen of voeten, steeds verzitten;
  • moeite hebben met wachten op bevrediging op langere termijn;
  • zaken niet kunnen uitstellen, maar van alles tegelijk ondernemen;
  • hard rijden, gehaast zijn, niet kunnen blijven zitten in situaties waarin zitten of rustig gedrag verwacht wordt;
  • tijdens een gesprek anderen steeds onderbreken;
  • oncontroleerbare woede-, angst- of huiluitbarstingen.

3. ADHD, het gecombineerde type

Dit is de meest voorkomende categorie bij ADHD. De moeite om de aandacht en concentratie vast te kunnen houden in combinatie met hun onrustig gedrag levert veel frustraties op. Ook de omgeving ziet deze mensen eerder als een sociaal probleem en geven vaak hun blijk van ergernissen.

Ongeveer 70 procent van deze groep zal ook op volwassen leeftijd deze symptomen blijven houden. Men heeft op oudere leeftijd steeds beter geleerd de onrust te kunnen beteugelen en zich te kunnen aanpassen aan de eisen die de omgeving stelt. Door steeds de lat hoog te moeten leggen worden vaak depressies en burn-out als klachten genoemd voordat iemand bij een hulpverlener terechtkomt.

Omdat bijna iedereen wel momenten heeft dat hij of zij kenmerken van AD(H)D vertoont, omschrijft de DSM-IV een aantal specifieke richtlijnen waarmee AD(H)D kan worden opgespoord. Iemand met AD(H)D zal de onderstaande vragen allemaal met “ja” moeten beantwoorden.

  • Zijn de gedragingen buitensporig?
  • Was het afwijkend gedrag al aanwezig in de kindertijd?
  • Komen de gedragingen bij de persoon meer voor dan bij andere mensen van dezelfde leeftijd?
  • Veroorzaakte het gedrag een serieuze handicap in ten minste twee levensfasen?
  • Vormen de gedragingen een continu probleem, en zijn ze niet te wijten aan een tijdelijke situatie?
  • Komen de gedragingen in meerdere situaties voor of enkel op een aantal specifieke plaatsen (zoals op het werk)?

Wanneer deze vragen positief worden beantwoord zal er een vervolgonderzoek komen waarin wordt onderzocht of de klachten niet van tijdelijk aard zijn of gerelateerd zijn aan een ander psychiatrisch stoornis (comorbiditeit). Vervolgens zal de onderzoeker aan de hand van een gespecificeerde vragenlijst de diagnose vaststellen.

Het nadeel van deze criteria is dat men er van uitgaat dat deze klachten aanwezig dienen te zijn in alle leefgebieden zoals wonen, werken of in andere situaties waarbij de omgeving bepaalde eisen of normen verwacht. Een ander nadeel is dat men veronderstelt dat deze symptomen al in de eerste zeven levensjaren aanwezig zouden moeten zijn. Helaas zijn deze symptomen bij mensen met ADD in de kleutertijd lang niet altijd goed zichtbaar. Vooral bij volwassenen die in de jaren zeventig zijn opgegroeid vormden aandachtstekort- en concentratiestoornissen lang niet altijd voor veel (maatschappelijke) problemen. Daarom worden ze in een standaard onderzoek ook moeilijk herkend. Bovendien zijn de ouders die betrokken worden bij het onderzoek al op een respectabele leeftijd en hun informatie is niet altijd meer helder, betrouwbaar en nauwkeurig. Aangezien ADD voor 70 procent erfelijk wordt belast is de kans groot dat één van de ouders zelf ADD heeft. Dit betekent dat er in het gezin van herkomst andere en lagere normeringen gelden als het ging om prestaties en dit zelden als een probleem werd ervaren.

Verschillen tussen ADD en ADHD

Hoewel het soms moeilijk is om ADD en ADHD echt goed van elkaar te kunnen scheiden vind je hier een overzicht van de extremere gevallen. Er is altijd wel een overlap te vinden van klachten en dit is voor ieder weer persoonlijk en verschillend. Er is ook altijd een wereld van verschil zoals dag en nacht maar toch gaan zijn langzaam in elkaar over.

Overwegend aandacht en concentratietekort Overwegend hyperactief
Veel aan het dagdromen en in eigen gedachten weggezonken Erg snel afgeleid door situaties van buitenaf
Met één ding tegelijk bezig zijn en moeite om de aandacht te verdelen Met verschillende taken tegelijk bezig. (Multi-tasken)
Gebeurtenissen analyseren Somatische klachten (verwondingen)
Raakt snel door anderen overspoeld Overspoelt anderen
Vaak op de achtergrond Vaak op de voorgrond
Wacht tot het laatste moment Direct reageren.
Moeite met opstarten Moeite om afgeremd te worden
Werkt en denkt langzaam Raast door de werkzaamheden heen
Psychische klachten Neemt vaak het voortouw

ADD-subtypes volgens dr. Daniel Amen

Dr. Daniel Amen, psychiater, ADD-er en ADD-deskundige is de samensteller van een belangrijke checklist op deze site en onderscheidt ADD in de volgende subtypes:

AD/HD, het gecombineerde type, met zowel symptomen van aandachtsproblemen en hyperactiviteit-impulsiviteit.

ADD, met voornamelijk concentratieproblemen. Aandachts- en concentratieproblemen, chronische verveling, lage motivatie, vergeetachtig en regelmatig klachten van vermoeidheid.

Het klassieke voornamelijk hyperactieve subtype, Hyperactiviteit, maar met minder dan zes symptomen van aandachtsproblemen.

Overfocused ADD, Problemen met het verleggen van de aandacht naar een andere onderwerp, cognitieve inflexibiliteit, problemen met veranderingen, veel piekeren en vaak conflicten met anderen..

Slaapkwab-ADD, Onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit en stemmingswisselingen, agressie, milde achterdocht, angst zonder weinig reden, atypische hoofdpijn of buikpijn, visuele of auditieve hallucinaties en leerproblemen (voornamelijk bij het opnemen van informatie).

Limbische ADD – het depressieve subtype, Onoplettendheid en/of hyperactivteit-impulsiviteit en negatieve gedachten, periode van depressies, slaapproblemen, lusteloosheid, laag zelfbeeld, sociale isolatie, lage motivatie en snel prikkelbaar.

Ring-van-vuur-ADD – het explosieve subtype Deze is vernoemd naar het beeld wat gezien wordt bij het maken van een SPECT-scan van de hersenenOnline). De symptomen van deze afwijkende vorm zijn o.a. ernstig oppositioneel gedrag, erg snel afgeleid, irritatie, opvliegendheid en stemmingswisselingen.

ADHD veroorzaakt door hersenbeschadiging, voornamelijk van van de linkerprefrontale cortex (hersenschors). De symptomen (zichzelf in het gareel te houden, aandachts-, concentratie-, organisatie- en uitvoeringsproblemen) ontstaan of verergeren in het jaar na het hoofdletsel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *